Balancerende voorlichter

Al zo’n anderhalf jaar ben ik voorlichter voor ‘Homo in de Klas’, een lesmethode over homoseksualiteit die zich vooral richt op christelijke scholen. Deels uit ongenoegen over mijn eigen middelbare schoolervaringen en deels uit idealisme meldde ik me ooit aan als voorlichter en intussen heb ik vele uren voor de klas gestaan. Mijn ervaringen tot nu toe zijn gelukkig louter positief. Vaak merk ik dat leerlingen zich bewust worden van hun gedrag tegenover anderen. Anderen in de meest letterlijke betekenis: zij die anders zijn. Ondanks mijn (intussen) ruime ervaring als voorlichter zijn er nog steeds twee dilemma’s die me regelmatig bezighouden.

Homo in de Klas

Het eerste dilemma heeft te maken met de ‘normale’ homo tegenover de – hoe zal ik het zeggen – ‘stereotypebevestigende’ homo. Niet zelden krijg ik tijdens een voorlichtingsles te horen dat ik tenminste een ‘normale’ homo ben. Niet zo een met een handtas, fladderende handen en een homostem – wat dat dan ook moge zijn. Zeker voor leerlingen wiens beeld van homo’s niet verder strekt dan wat de reguliere media ons van de Canal Parade laten zien kan dat een verrassing zijn. Het is uiteraard positief dat leerlingen op deze wijze hun beeld bijstellen en homoseksualiteit voor hen zo uit de exotische, ‘ver van hun bed’ sfeer komt. Soms vormt het voor leerlingen zelfs aanleiding hun mening over homo’s stevig bij te stellen.

Tegelijkertijd wil ik als voorlichter niet afdoen aan de diversiteit en veelkleurigheid onder homo’s. Ik mag dan toevallig een ‘normale’ homo zijn, in mijn kennissenkring bevinden zich ook genoeg homo’s die meer in de stereotypebevestigende categorie zouden vallen. Zij verdienen net zo goed acceptatie en waardering om wie ze zijn. Wanneer een leerling zegt het prima te vinden als iemand homo is maar dat die persoon zich dan wel normaal moet kleden en gedragen, sta je als voorlichter voor de uitdaging de balans te vinden tussen het doorbreken van stereotypebeelden enerzijds en het pleiten voor waardering (of ten minste acceptatie) van diversiteit anderzijds. Tussen het laten zien dat homo’s ook maar normale mensen zijn en opkomen voor hen die anders zijn.

Het tweede dilemma heeft specifiek te maken met mijn christelijke achtergrond. Ik sta niet alleen als homo voor de klas, maar ook als christen. Het geloof komt onvermijdelijk naar voren in de lessen die ik geef omdat het hoe dan ook een rol speelt in de manier waarop jij en je omgeving omgaan met homoseksualiteit. Het geloof is me veel waard, en ik probeer dan ook altijd een genuanceerd en positief beeld te schetsen. Tegelijkertijd wil ik eerlijk zijn over de pijn die veroorzaakt werd en wordt door de afwijzing en veroordeling van medechristenen. Ik ben blij als ik dan kan vertellen dat ik nu in een kerk zit waar homo’s wel geaccepteerd worden, ook als ze een relatie hebben. Maar wat heb ik dan nog te zeggen over die kerken waar ze er een ander standpunt op nahouden? Ook hier blijf ik als voorlichter balanceren: tussen het eerlijke verhaal, waarbij het geloof soms een negatieve rol speelt, en de waarde die het geloof voor mij heeft.

Iedere les blijft een oefening in balanceren. Soms zal ik iets meer naar één bepaalde zijde hellen, vaak ook afhankelijk van de input die leerlingen leveren. Het houdt me scherp en kritisch, en maakt iedere les weer een uitdaging. Ik ben ook benieuwd naar jouw ervaring hiermee. Als voorlichter of docent, of wellicht juist als leerling of buitenstaander. Herken je de dilemma’s? En hoe ga je er mee om, of hoe zou je er mee omgaan? Let me know!

8 gedachtes over “Balancerende voorlichter

  1. Wat is een normale homo? https://www.youtube.com/watch?v=MBHjdBwomuM 🙂

    Goed dat je probeert de nuances aan te geven. De mate van acceptatie blijkt uit de mate waarin mensen gedrag dat niet genderstereotiep is accepteren. Zeker voor jongeren is genderstereotiep gedrag belangrijk omdat ze zelf nog op zoek zijn naar wat mannelijkheid en vrouwelijkheid voor hen betekent. Een lastige klus.

    Like

  2. nog maar een reactie van mij kant. Ik moet bekennen dat ik altijd wel open ben over mijn eigen overtuigingen. Niet om de ander te ‘bekeren’, maar om te laten zien dat er ook mensen zijn die ‘anders’ denken. Die ruimte neem ik gewoon. Dat leverde me vanavond een mooie reactie op van een ouder, die me een reactie stuurde: “Volgens **** ben je de mooiste en eerlijkste uit de kast:-)”.

    Ik heb veel over me heen gekregen, voor en na mijn coming out. Maar door zo’n uitspraak wil ik dat graag vergeten!

    Like

  3. “Wanneer een leerling zegt het prima te vinden als iemand homo is maar dat die persoon zich dan wel normaal moet kleden en gedragen” kun je ook pareren door te stellen het prima te vinden dat er heel veel jonge mensen zijn die elkaar zoveel mogelijk kopieren – bang om buiten de groep te vallen -, maar dat ze wel hun truitje over de navel heentrekken of de broek over de onderbroek en niet op de knieen hebben hangen. Draai het perspectief maar even lekker om en laat ze zien hoe absurd ze bezig zijn met hun vooroordelen.

    Hmmm misschien is dat toch iets te genuanceerd of subtiel voor een puberende hormonen in een klaslokaal.

    In feite lees ik tussen de regels door, dat jij ook een oordeel hebt over de handtashomo’s, want je zet je er ook tegen af of wilt niet met hen vergeleken worden. Maak je dan niet dezelfde fout en is dan je poging tot balanceren niet bij voorbaat ongeloofwaardig?

    Het is maar goed dat ik geen voorlichter ben, ik zou d’r gewoon boven op gaan zitten en ze confronteren met hun eigen kuddegedrag en hoe kleurloos je dan bent 😛

    Chapeau voor je energie, geduld en werk!

    Like

    1. Dank voor je reactie Erik. Het blijkt inderdaad altijd erg lastig nuance in te brengen in een klas vol stuiterende pubers.

      Laat duidelijk zijn dat ik geen oordeel heb over welke ‘categorie’ homo’s dan ook en ik zet me ook tegen niemand af. Het is hooguit zo dat ik me er niet mee identificeer. Ik constateer dus alleen dat leerlingen mij niet direct met die stereotypen in verband brengen, en dat als positief beschouwen. Juist op dat punt probeer ik ze aan het denken te zetten: waarom ze zich negatief uitlaten of bedreigd voelen door gedrag dat ze als ‘vreemd’ of ‘overdreven’ beschouwen.

      Like

  4. Mooie column, Johannes. En ook voor mij is het balanceren op de twee door jou genoemde punten herkenbaar. In verband met de uitstraling let ik bijvoorbeeld heel erg op mijn kleding als ik ga voorlichten. Vaak is dat overigens op werkdagen, dus dan loop ik er altijd iets ‘formeler’ bij dan in mijn vrije tijd. 🙂
    De balans die je aangeeft in de relatie tussen homo-zijn en geloven komt heel regelmatig terug. En om dat ik via het COC voorlichting geef, ook vaak in relatie tot de Islam. Toch merk ik dat ik vanuit mijn christen-zijn veel makkelijker het gesprek met islamitische leerlingen daarover kan aangaan dan mijn 9vaak) atheïstische mede-voorlichters. Ik lijk beter aan te voelen welke waarde geloof in iemands leven heeft, en dat je dat dus niet zomaar even voor je gevoelens aan de kant zet. Wel ben ik, net als jij, ook altijd eerlijk over het feit dat ik ook mensen ben verloren door de keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt in relatie tot mijn homo-zijn. Maar daarna zeg ik altijd dat ik nu veel gelukkiger ben, ondanks die verliezen, omdat ik mijzelf kan zijn. En uiteindelijk is het toch veel waard om jezelf als mens te kunnen accepteren en waarderen met alles dat erbij hoort, en dat je je daarbij naar je omgeving niet anders hoeft voor te doen dan je bent.

    Like

  5. Zo herkenbaar, Johannes! Deze week mocht ik ook weer 5 lessen geven (en er komen er nog 4 deze en volgende week).

    W.b. de verschillen probeer ik vaak de verschillen weg te nemen. Eerst er maar eens achter komen wat ons samen bindt. In hobby’s, tv programma’s, activiteiten, sport, vrienden, familie, maar ook in geloof: onze liefde voor Jezus. Vanuit die binding ga ik de gesprekken aan. Zo leer je de `ander` kennen en leer je luisteren naar en praten met de ander. Vaak vallen verschillen dan al weg. Dan zie je die roze polo niet meer, hoor je die hoge stem niet, Maar waardeer je die ander in zijn/haar mens zijn.

    Vandaag had ik zo een gesprek in een klas. En ja, het verhaal landde. “Ja meneer, dat klopt wel. Die ene jongen (toevallig een homo met een “slappe pols” en iets opvallender kleding) is best aardig. Maar ik ben wel bang wat mijn vrienden gaan denken als ik met hem ga praten”.
    Ik vroeg deze leerling toen waarom hij bevriend was met zijn vrienden. En direct kwam naar voren wat ze samen hadden: sport, uitgaan, chillen, lachen, gewoon toffe gasten. Ik benadrukte de verschillen tussen hen: een iemand met een gehoorapparaat, een iemand met gekleurd haar, een ander verslaafd aan roken, weer een ander die aan bodybuilding doet. “Alles wat jij niet zou doen, of ‘normaal’ of raar vindt”, antwoordde ik. “Toch ben je vrienden met ze, zou je dat dan ook niet kunnen zijn met die homo? Is hij echt zo anders?” En toen was het stil. Je hoorde de hele klas nadenken…………..

    Like

  6. Heel herkenbaar Johannes!
    Zelf geef ik ook regelmatig voorlichting, maar dan op refoscholen. Maar de balans waar jij het over hebt is dezelfde als die ik ervaar.
    ‘Mooie uitdaging’, denk ik dan altijd maar :-).

    Like

Plaats een reactie